De Château de Suronde van Centre Loire van Loire-vallei

Ontdekking van het wijngebied van Centre Loire

De subregio Centre-Loire ligt in het Loire-dal, ten zuidoosten van het bekken van Parijs. De oppervlakte ervan is moeilijk te bepalen en de wijngaarden bestaan uit percelen van verschillende grootte en geïsoleerd, maar ook uit percelen van enkele honderden hectaren. Op een kalkstenen ondergrond heeft de Centre-Loire ten minste vier grondsoorten: de "terres blanches", diepbruine kalkbodems, die de wijnen stevigheid, levendigheid en volheid geven; de "caillotes", harde kalkbodems, die de wijnen plezier, tederheid in hun jeugd en een karakteristieke fruitige smaak geven; de grillotes, van brokkelige kalksteen waaraan de wijnen toetsen van gekonfijt fruit en honing ontlenen; en de chailloux, kiezelhoudend met fijne en grove elementen (klei, zanden, kiezels en keien), die de wijnen stevigheid, aanhoudende aroma's, een kruidige nuance en een vleugje vuursteen geven. De caillotes en grillottes zijn ondiepe, steenachtige bodems, die in het voorjaar snel opwarmen en een goede afwatering hebben, waardoor de druiven vroeg kunnen rijpen voor de productie van fijne, zachte en fruitige wijnen.

Het semi-continentale klimaat met microklimatologische variaties is ideaal voor de druivensoort Sauvignon, die witte wijnen een zeldzame harmonie en perfectie verleent, en ook ideaal voor de Pinot Noir, die weinig bekende maar daarom niet minder verrassende rode wijnen voortbrengt. De Centre-Loire regio heeft negen appellations, maar is vooral bekend om zijn AOC Sancerre, Quincy, Reuilly en Menetou-Salon. Tot deze appellations behoren die uit de wijngaarden van de Auvergne (Saint-Pourçain, Côte-Roannaise en Côtes-du-Forez).