De Wijnmakerij Diacono van Navarre

Ontdekking van het wijngebied van Navarre

Navarra, in het noorden van Spanje, is een van de 17 administratieve regio's (comunidades autónomas) van het eerste niveau van het land en een vrij vruchtbaar, zij het minder bekend, wijngebied. Navarra, dat van oudsher wordt geassocieerd met de productie van levendige en fruitige roséwijnen, begint nu de aandacht te trekken voor zijn rode wijnen van hoge kwaliteit, voornamelijk van de rassen Tempranillo, Cabernet Sauvignon en Merlot, nadat het jarenlang werd overschaduwd door zijn zuiderbuur, Rioja. De eerste sporen van wijnbouw in de streek gaan terug tot de Romeinse tijd, maar het is vrijwel zeker dat de wijnstok hier al lang daarvoor groeide. Onlangs werd ontdekt dat in Navarra nog wijnstokken groeien van de prehistorische soort Vitis sylvestris - de voorloper van de geliefde Vitis vinifera.

Na de Romeinen werd de wijnbouw voortgezet onder de Moren en vervolgens onder de christelijke overheersing aanzienlijk uitgebreid. De vraag naar wijn werd gestimuleerd door katholieken die de Camino de Santiago pelgrimstocht maakten naar het heiligdom (nu een kathedraal) van Santiago de Compostela in Galicië, waar volgens de traditie de overblijfselen van de apostel Sint-Jacob begraven liggen. De 14e eeuw was een periode van welvaart voor Navarra en het aantal wijngaarden nam zodanig toe dat beperkingen moesten worden opgelegd om ervoor te zorgen dat voldoende grond voor graan werd gebruikt om de plaatselijke bevolking te voeden. De vraag werd aan het eind van de 19e eeuw nog verder gestimuleerd toen Frankrijk werd getroffen door phylloxera.